Hoe het groeide
Het was ergens in maart 1970, in de herberg 't clubke aan de Hopmarkt, waar beslist werd om van start te gaan met carnavalgroep 'De Lodderoeigen'.
Carnaval 1970 lag nog fris in het geheugen en de stichters hadden reeds enkele zeer actieve carnavaljaren achter de rug bij de Aalsterse studentenvereniging 'Universitas'. Als studentengroep haalde Universitas dat jaar met zijn Heksensabbat de allereerste prijs, met speciale gelukwensen van de jury voor de originaliteit.
Aangezien elk jaar een andere praeses werd verkozen die telkens andere accenten legde en niet het nut inzag om te investeren in materiaal (carnavalwagen, trekker, werkmateriaal, ....) was de beslissing snel genomen, en werd aan de uitbouw begonnen van een authentieke carnavalsvereniging.
Stichters van het eerste uur waren : Baccaert Paula, Hoebeeck Luk, Moreels Carmen, Talloen Erik, Talloen Paul en Van der Straeten Mark.
Zeer snel kwamen nog enkele enthousiastelingen deze klein groep vervoegen : Beeckman Willy, Daubechies Patrik, De Feyter Lieve, Schelfaut Herman, Seminck Normert.
Het werd een hechte groep en er werd hard gewerkt om de ideeën in een gepaste vorm te gieten en duidelijk naar buiten te brengen.
Als lokaal waar werd vergaderd, waar plannen werden gesmeed, waar de voorbereidende besprekingen werden gevoerd, was er natuurlijk 't Clubke. Maar ook herberg Windsor en later in de Corner werden er regelmatig bijeenkomsten gehouden.
De achterliggende ideeën
Door outsiders wordt een carnavalgroepnogal eens verkeerd ingeschat en slechts bekeken als een groep lolbroeken die zich verenigen om eens goed door de valies te trappen en veel pinten te drinken. Er is echter meer, véél meer dan dat.
Bij de eigenlijke kern van de 'Lodderoeigen' leefde vooral de idee om jaarlijks een onderwerp uit te beelden waar iets origineels inzat en waarbij nieuwe technieken konden worden toegepast en tevens het carnavaleske op een heel andere manier kon worden naar voren geschoven. Veel aandacht werd besteed aan het uit elkaar trekken van de klassieke carnavalwagen en meer nog, om beweging te brengen in het uitgebeelde onderwerp.
Deze ideeën kwamen reeds tot uiting in de wagen van Universitas, de Heksensabbat, een wagen die ontworpen en uitgewerkt werd door de latere stichters van de 'Lodderoeigen'. Daar zweefden op een borstel, twee personen verkleed als heks, enkele meters boven de hoofden van de toeschouwers.
Bij het onderwerp 'Zeerovers op de Dender', bestond de carnavalwagen uit niet minder dan 5 verschillende zelfbewegende voertuigen (omgebouwde auto's), de 5 schepen(en) van de stad Aalst ..... die elk op zich de rollende beweging van een schip nabootsten en voorstelden.
Met het onderwerp 'Stadsontvangerij Aalst' was het een bewegende octopus met 5 jonge dames in zijn tentakels, die elk op zich konden bewegen door middel van luchtdrukpompen.
Zoals bij alle toenmalige vooraanstaande carnavalgroepen, nam de opbouw van dergelijke wagens (met kostumering) zowat het ganse jaar in beslag. Te tellen vanaf de eerste bijeenkomsten, het maken van plannen, het uitzoeken van de materialen, de uitwerking en ten slotte de presentatie met carnaval..
Hoeveel zo'n wagen eigenlijk kostte, kan niemand exact vertellen. Er werden zoveel materialen goedkoop of gratis viavia bekomen.... Iedereen stelde zijn eigen gereedschappen ten dienste, sommige zaken werden ontleend bij collega's van andere (dus niet altijd concurrerende) carnavalgroepen.
De prijzen van toen varieerden van 25.000 tot 32.000 BFr. In ieder geval dekte de prijs die door de stad geschonken werd, helemaal niet de kostprijs van wagen en kostumering. Geen nood, ook hieraan werd een mouw gepast.